Als er één ding is dat de meeste mensen weten over silicagel, de onzichtbare stof in die kleine witte zakjes in nieuwe schoenendozen, handtassen en Aziatische snacks, dan is het wel dat je het niet mag eten. Onveranderlijk staat de onheilspellende waarschuwing “niet opeten” op het pakje. Vaak gaat het vergezeld van het edict, “weggooien”. Voor het geval dat het niet duidelijk genoeg is, staan er op sommige varianten een schedel en gekruiste botten. OK, dus, wat gebeurt er als je het eet?
Niets. Silicagel is een vorm van het natuurlijk voorkomende mineraal siliciumdioxide, beter bekend in zijn korrelvorm als zand of in kristallen als kwarts. De meest opvallende eigenschap is zijn poreusheid, waardoor het tot 40 procent van zijn gewicht aan water kan absorberen. Sinds ten minste het midden van de 20e eeuw wordt het op grote schaal gebruikt als droogmiddel, dat in recipiënten wordt geplaatst om te voorkomen dat de inhoud vochtig wordt. Meestal komt het voor in de vorm van kralen die in een doorlatend pakketje zijn gewikkeld. Het wordt gebruikt in alles van museumvitrines tot verpakkingen van elektronische apparatuur tot dozen zeewier, en is populair deels omdat het – in tegenstelling tot de waarschuwingen – een inerte, niet-giftige stof is die in wezen onschadelijk is. Het is onverteerbaar, gaat door het lichaam en komt er ongeveer net zo uit als toen het erin ging. Tenminste één fabrikant brengt zelfs een aangepaste vorm van silicagel als voedingssupplement op de markt, compleet met “nieuwe citrussmaak”.
Waarom dan al dat onheil op het etiket? Omdat een verrassend aantal mensen, vooral kinderen, de pakjes verwarren met voedsel. In 2009 hebben volgens de American Association of Poison Control Centers zo’n 38.000 mensen melding gemaakt van het inslikken van droogmiddelen. Daarvan waren er 34.000 jonger dan zes jaar. In de meeste gevallen zeggen de gifcontroleurs gewoon dat de ouders zich geen zorgen hoeven te maken. Maar net als elke andere stof kan silicagel problemen veroorzaken als het in grote hoeveelheden wordt gegeten, vooral door kleine kinderen of volwassenen met neuromusculaire problemen waardoor het moeilijk is om het door te slikken. Het grootste gevaar is echter dat veel kinderen niet alleen de korrels opeten, maar het hele pakje. In dat geval is het gevaar geen vergif, maar verstikking.